Preventieve behandeling HAE

Een preventieve of profylaxe behandeling wordt toegediend om HAE-aanvallen te voorkomen. Met dit type behandeling zou je de ziekte onder controle kunnen krijgen en je leven zo normaal mogelijk maken1. In samenspraak met je arts stem je de behandeling af op jouw individuele behoeften en voorkeuren. Daarbij houd je rekening met de frequentie en ernst van de aanvallen, de kwaliteit van leven en jouw eventuele noodzaak van en reactie op on-demand medicatie. Je maakt samen met je arts een keuze voor de meest geschikte behandeling1.

Studies tonen aan dat preventieve behandeling ervoor kan zorgen dat je minder vaak en minder ernstige HAE-aanvallen hebt, en bij sommige patiënten zelfs een totale afwezigheid van aanvallen1. Patiënten die met een een langetermijnprofylaxe (LTP) behandeld worden moeten regelmatig op controle gaan zodat de werkzaamheid en veiligheid van de behandeling geevalueerd kan worden. De dosering en behandelinterval kunnen worden aangepast aan de klinische respons. Tijdens een profylaxe behandeling kunnen bovenste luchtwegoedeem en andere aanvallen optreden, ondanks het gebruik van een preventieve behandeling. Daarom is het raadzaam voor alle patiënten met een profylaxe behandeling ook on-demand medicatie thuis ter beschikking te hebben.

Langetermijnprofylaxe (LTP)[1]

Een langetermijnprofylaxe behandeling wordt sterk aanbevolen door diverse HAE-experts en als voorkeur aangeduid¹ ¹⁴. Er zijn verschillende behandelingen op de markt met verschil in werkingsmechanisme, frequentie- en wijze van toediening. Bespreek samen met je arts welke behandeling het meeste geschikt is voor jouw situatie.

Een recente preventieve behandeling bestaat uit een werkzame stof die de activatie van een eiwit FXII in de HAE-cascade blokkeert. Door de activiteit van FXIIa te blokkeren, vermindert de vrijstelling van bradykinine, waardoor HAE-aanvallen voorkomen worden. Deze behandeling wordt subcutaan toegediend.

Een andere preventieve behandelingen bestaat uit het toedienen van het eiwit C1-esteraseremmer (C1-INH). Deze behandelingwordt met een injectie in de ader toegediend. Men spreekt dan van een intraveneuze toediening. Doordat je regelmatig C1-INH krijgt, is er geen overproductie van bradykinine en worden HAE-aanvallen voorkomen.

 

 

Verder zijn er ook preventieve behandelingen die de activiteit van plasma-kallikreine blokkeren. Dit is een ander eiwit dat een rol speelt in de HAE-cascade. Afremmen van dit eiwit voorkomt overproductie van bradykinine, wat de kans op HAE-aanvallen vermindert. Plasma-kallikreine blokkers zijn subcutaan en oraal beschikbaar.

Tot slot is er nog een behandeling die de productie van C1-esteraseremmer in de lever verhoogt (hormoonpreparaat). Dit is in orale vorm beschikbaar. Deze behandeling heeft belangrijke bijwerken en moet daarvoor kritisch beoordeeld worden door een arts.

Dankzij moderne preventieve behandelingen en persoonlijke zorg is het nu mogelijk om controle over jouw HAE te krijgen.

Kortetermijnprofylaxe (KTP)[1]

De kortetermijnprofylaxeis een behandeling die wordt gegeven voorafgaand aan een gebeurtenis die een aanval kan veroorzaken. Bepaalde medische procedures kunnen aanvallen veroorzaken bij patiënten met HAE:

  • procedures in de mond en keel (bijvoorbeeld behandeling bij de tandarts);
  • chirurgische operaties;
  • kunstmatige beademing;
  • minimaal invasieve procedures (bijvoorbeeld microscopisch onderzoek van de keel, maag of darmen).

Aanvallen komen niet altijd voor na een medische procedure, maar het is verstandig om je behandelend arts over jouw HAE te vertellen. De arts kan dan beslissen of een kortetermijnprofylaxe27

nodig is. Bij twijfel kan de arts overleggen en samenwerken met je HAE-specialist. Je kunt KTP-medicatie ook gebruiken voorafgaand aan specifieke triggers, bijvoorbeeld stressvolle gebeurtenissen als een examen of bruiloft1.

preventief